Pagina's

23-06-2011

Rieno goes gadget

Situatieschets: tijdens een (overigens heel fijne) perslunch in Cannes diep ik mijn gsm op uit de vuilbak waarin mijn handtas tegenwoordig is getransformeerd (denk: vier tinten rode lipstick, recente en minder recente vliegtickets, metrokaartjes van Berlijn – uitermate handig in Cannes, trouwens, opgefrommelde hooikoortszakdoekjes, niet schrijvende stylo's en een moleskine of drie. Sorry Marc.). Ik leg mijn, okay granted, retro-exemplaar op tafel en het ding wordt stan-te-pe-de weggegrist. 

Mijn Zwitserse tafelgenote/modejournalist bekijkt de hotpink-Nokia-van-49-euro-in-kwestie vanuit àlle mogelijke hoeken, en geeft 'm dan, onder luid gekir, door aan de negen andere dispartners. De conclusie is duidelijk: het betreft hier een curiosum uit de bijna-steentijd. Mijn telefoon is voor smartphone addicts, wat een 3210 is voor mij. Nogal 'uit', dus. Met een laatste, licht denigrerende 'oh this is the cutest old phone ever', voel ik mij tamelijk hard gepakt in mijn coolness. Ik mompel verontschuldigend iets over 'tenminste geen gedoe met die onhandige met touchscreens'. Tafelgenoot 5 toont trots een Blackberry. Met toetsen enzo. Ik sta fashionschaakmat.

Call me crazy, maar ik heb redenen om aan te nemen dat my precious Nokia daar en dan een minderwaardigheidscomplex van 'ik-zal-u-gaan-hebben' heeft opgelopen. Na een wanhoopspoging of negen (neen, ik heb 'm niet laten vallen. Hij sprong zowaar vanzelf uit mijn handen), was het aangewezen 'time of death' te, erm, 'callen.' Exit Nokia.

Enter: de tamelijk bejaarde Blackberry van mijn collega. Ik mag het ding lenen/hebben, want ze hoeft het niet meer. Terecht ook. Berichten moeten ogenblikkelijk gelezen worden of Mister Phone delete ze gewoon op eigen houtje. Na welgeteld één smartphoneweek is mijn omgeving een tikje razend. Waarom ik nooit terugbel/stuur verdomme? Errrr? Ik doop mijn zogezegd intelligente gsm pissig om tot randdebiele dumbass-phone en sla, teneinde mijn sociaal leven te reanimeren, amper acht minuten later een verkoper van The Phone House aan de haak. Puur professioneel, bien sûr.

Na een uitgebreide vraag-en-antwoordsessie (sorry aan de rij wachtenden in The Phone House), huppel ik het telefoonpaleis uit: sexyness: + a lot; financiële gezondheid: - 215. Auwch. Ik negeer mijn vederlichte portefeuille en begin in een soort van gadgetroes (dit was nieuw voor mij, maar enigszins vergelijkbaar met een nieuweschoenenroes. Echt!) met het ding te prullen. I am such a happy spender. Na een kleine week is de roes lichtjes bezonken. Gelukkig maar, anders zouden u en ik behoorlijk aan mijn mentale toestand mogen twijfelen. 
Tijd voor een status quo, lijkt mij.

  • Ik heb maar liefst veertien (!) gratis applications, waarmee ik naar hartenlust balletjes kan stuk schieten, en diamantjes van eenzelfde kleur mee kan laten wegpoppen. Cool, this is like a Nintendo AND a phone.
  • Ik irriteer mijn telefonische gesprekspartners. Blijkt dat je zo'n touchscreen ook kunt bedienen met je haar. Zeker in het midden van een tamelijk belangrijk gesprek. Dan werkt het al-tijd.
  • Ik ben er zowel enigmatischer als poëtischer op geworden, dankzij de automatische 'ik-raad-wat-je-typt-maar-eigenlijk-lijkt-het-woord-dat-ik-voorstel-voor-geen-ballen-op-het-woord-dat-jij-foutloos-hebt-ingevoerd'-functie. Lovely.
  • Ik overweeg van dagcrème te switchen bij het aanschouwen van mijn überbevlekt scherm na een korte encounter met mijn wang. Hoe vet is mijn vel? En mijn rechter wijsvingertop? Oh boy, ik voel hier een huidcomplex van formaat opdoemen.
  • Ik neem foto's van al-les. En die foto's wil ik dan ook graag delen. Just because I can. Genre: 'Was opgehangen door heel je woonkamer? Snel, Snel, neem een foto en zet 'm op facebook'. Ik hoop dat ik deze exhibitionistische fase snel ontgroei, voor ik nog meer mensen verveel met mijn wereldschokkende huishoudfootage. Alvast sorry, lieve facebookvrienden.

Xxx
Rieno




15-06-2011

I wish I was still in college

I heart my job, laat dat even glashelder en duidelijk zijn. Maar soms verlangt yours truly naar haar lazy-ass studentenperiode (minus examens). Oh, die mooie tijden van beduidend betere alcoholresistentie. Die lang vervlogen dagen van uitslapen-tot-een-gat-in-de-namiddag, in het geval van falende alcoholresistentie. Die onderschatte luxe om te kunnen winkelen op momenten dat pubers niet kunnen winkelen. Die ijzersterke vriendschappen die ontspruiten aan het onderkotsen van elkaars bed. College-life is peachy!




Minder passioneel gemist worden de gortdroge, saaie colleges. Daarom wou ik écht écht écht dat ik deze college bingo een jaar of zes eerder had ontdekt. Had ongetwijfeld de er-staan-punten-op-aanwezigheid-katerlessen een pak draaglijker gemaakt.


Bruinen: zonder zon. Mét strepen.

Sinds de volledige beautyindustrie mij te pas en te onpas om de oren slaat met afschrikwekkend beeldmateriaal van verrimpelde vrouwmensen, ben ik schoorvoetend aan een sunblockkuur begonnen. Elke enigszins met de aarde verbonden post-puber weet ondertussen dat lijf en leden insmeren met extra vierge olijfolie tijdens een zeven uur durende baksessie op het strand niet meteen the way to go is. Ik dus ook. Edoch. Dat crèmesmeren blijft een rotbedoening. Zo zijn er nooit spiegels in een straal van twee meter rond de strandstoel waarin ik mijn luie kont heb geplaceerd. Een godsgeschenk voor het negeren van rolletjes, hobbeltjes en bobbeltjes, maar tegelijk ook wel de reden waarom ik mezelf steevast zebragewijs (van het beige-wit gestreepte soort) belachelijk lig te maken wegens weinig uitsmeertalent/geduld. Ook ben ik geen fan van zand, vooral niet als accessoire op mijn spierwitte, blinkende crèmelaag.

Maar een mens heeft verantwoordelijkheden. Nu ik wel eens alleen afreis naar zonnigere oorden, for business and pleasure, is daar niet meer de mama om mij elk zonneklopuur ietwat dwingend een tubetje SPF 30 aan te reiken. Of – nog beter – om mijn schouders/rug/benen/voetzolen in te smeren wanneer ik, ongetwijfeld heel flatterend, lig te dutten. Door dit plotse gebrek aan externe verantwoordelijke factoren, heb ik mezelf zowaar een zongeweten geschopt. Zo eentje van een ik-kom-het-huis-niet-meer-uit-zonder-factor-vijftig-ook-niet-in-de-winter-graad. Eerlijkheidshalve beken ik wel dat de Belgische persagentschappen hier een steentje (oftewel: rotsblok van behoorlijke omvang) aan hebben bijgedragen. De voorbije maand kreeg ik zoveel liters zonnecrème in mijn postvakje gedropt (dank u vriendelijk, trouwens), dat ik bijna moreel verplicht ben om voortaan ook 's nachts te gaan smeren.

Vervelend is wel dat deze nieuwe smeerobsessie geen onmiddellijke voldoening schept. Rimpelloze Future-Rien zal Volhardende Present-Rien ongetwijfeld ooit dankbaar zijn voor dit nieuwbakken sunblockinitiatief, maar ondertussen is Present-Rien wel mooi melkwitter-dan-wit. Neen, ik lieg. Ik heb mezelf daags geleden weer een mooi patroontje aangemeten. Met zelfbruiner. Ja, ik had gescrubd (I am not a beauty rookie, you know), maar ikwasookeenkleinbeetjedronken. Het resultaat laat zich raden: 'weinig' egaal gebruinde onderbenen (als in: schenen in een bijna Afrikaans cacaotintje, kuiten quasi-onaangeroerd en dus nog steeds achterlijk Eskimobleek) en pér-fect gebronsde nagelriemen (mooi!). Komt nog eens bij dat ik alle lichaamsdelen die onder kleren horen te zitten (mijn tube was bijna op, oké...) gewoon heb overgeslagen. Leek mij logisch.

Maar, maar. Gelukkig ziet the BF mij nog graag, in bruine én in witte tijden. En gelukkig slingerden er hier ook nog ergens drie citroenen en een kilo scrubzout rond, zodat ik the morning after compleet bekaterd de schade nog enigszins kon beperken. 'Viva Melkflesbenen', dat wordt mijn nieuwe mantra. Tja, Ik moet wel.

Quality timen met de kleerkast


Tot de grootste hilariteit van the Manfriend, durf ik op een blauwe dinsdagavond als deze wel eens mijn kleerkast induiken. Mijn goede vriend Mr. Telly wordt dan zowaar straal genegeerd (dat heeft, toegegeven, ook een beetje te maken met de vreselijkste zomerprogrammatie ever, maar bon) en huishoudelijk werk krijgt een behandeling die nog stiefmoederlijker is dan let's say, op maandag, woensdag, donderdag en de rest van de week.

De kleerkast, dus. Allereerst moet gezegd zijn dat ik verwikkeld ben in een tamelijk snel wisselende haat-liefde-verhouding met mijn Ikea-exemplaar. In een vlaag van extreme budgettering werd tzeh closet aangekocht voor de bescheiden totaalprijs van 69 euro. Hetgeen vandaag neerkomt op 23 euro per dienstjaar. Helaas bleek zo'n Aneboda niet de trouwste levensgezel voor mans (vrouws?) garderobe. De petieterige kledingstaaf buigt tegenwoordig onheilspellend door, alsof Ikea mijn shopgeweten onophoudelijk tergt met deviezen als 'Is de kleerkast te klein, dan zal Rien niet vlijtig aan het sparen zijn'. Een mens zou voor minder een paar bommetjes placeren, me dunkt.

Doorn in mijn mode-oog is het plafondhoge prachtexemplaar dat the BF als uitwuifgeschenkje meekreeg van de mama en de papa. Schapjes à gogo, opbergruimte à volonté. Allemaal heel mannelijk benut: een opgefrommelde boxershort of vijfhonderd (my bad: ik weiger manifest kledingstukken te strijken als die onder andere exemplaren worden gedragen), achtendertig t-shirts opgerold in afzonderlijke bolletjes (kan iemand asap een opvouwgen inplanten bij de mannelijke sekse? Dank.U.Wel). Ach, eerlijk is eerlijk. Mijn faux-fur winterjas mag er ook nog ergens bij.

Alle kastjaloezie op een stokje. Wilde ik het niet hebben over mijn geliefkoosde kleerkastavonden? Die vier à vijf uren per week waarin ik in een exclusieve één-op-één relatie ben verwikkeld met mijn garderobe en beschamend hard uitpuilende accessoirekast. Zo'n avond begint traditioneel met wat internetgesurf. Zo vond ik vandaag op het heerlijke blog The Glamourai een tutorial voor hippe tulbanden. Na negen sjaals aan de tulbandtest te hebben onderworpen (te klein, te groot, niet van zijde, te granny, te saai...), bleek 10 my lucky number. Maar zo'n tulband, met een pyjama eronder... dat schreeuwt meteen heel luid 'tang' en 'varken'. PJ's uit, kleerkast open. Even wat armspierenwerk ten beste geven om een negentigtal kleerhangers uit elkaar te duwen, en die een-keer-gedragen-maxirok-met-luipaardprint toch voor een tweede keer op te duikelen. Driewerf boehoe/hoera, want de waistband zakt meteen obsceen laag. Het is niet mijn fout dat ik nieuwe kleren moet kopen, maar die van Dokter Dukan, rechtvaardig ik alvast toekomstige shopping sprees. Maar de rok laat zich gewillig omvormen tot een strapless midi jurk. Riempje hier, statement necklace daar, Xena-the-warrior-princess-nepgouden armbanden overal. En plateausandalen waar de Condroz een puntje aan kan zuigen. Daarna volgt gewoontegetrouw ritueel nummer twee. Hoewel ik al braafjes mijn dagelijkse, zeven stappen tellende reinigende/hydraterende beautyroutine heb doorlopen, plamuur ik mijn poriën weer vrolijk dicht. En die hippe oranje lipstick, die kan er ook nog wel bij. Net als een retrozonnebril, compleet overbodig wegens 1) binnen en 2) na zonsondergang.

Zo. Klaa-haar! Hoewel... ik moet ook nog een outfit voor morgen uitzoeken, want – noem me gerust een beetje mode-laf – hiermee durf ik eigenlijk de straat niet op.

Over bestofte stiletto's & weinig welriekende ballerina's

Het (bijzonder onfortuinlijke k*t-) toeval wil dat ik er, zo'n ellenlange week of acht geleden, in ben geslaagd mijn linkerknieschijf uit z'n kom te forceren. Het is dan ook daarom dat ik, nu al twee maand, elke dag meewarig wuif naar mijn torenhoge stiletto/sleehak-collectie, als ik op één van mijn twee paar ballerina's (Zwart of marineblauw? Marineblauw of zwart?) de deur uit wandel. Deze dagelijkse actie, die qua tristesse moeiteloos kan tippen aan het slot van Romeo en Juliet, doet me telkens opnieuw besluiten naar de dichtstbijzijnde high street shop te hollen voor een vers (én reukloos) paar kleurrijke zomerflatjes.

Ware het niet dat ik 1) niet kan hollen en 2) zo'n lidmaat/gewricht schromelijk verpesten wel eens gepaard durft te gaan met enkele onvoorziene uitgaven. Opname op spoed (what's NOT in a name, trouwens. Ik kreeg de fijne eer daar een halve dag te creperen. In wachtzaal A, B én C): 33 euro. Check. Welgeteld zeven en een halve minuut langs de specialist, elke maand: 40 flappen, per keer. Wederom check. Tachtig kinesessies à rato 19 euro per bezoek. Depressie? Tripplecheck!
Om maar even te schetsen dat ook kredietbeoordeler Fitch* niet snel in mij zal willen investeren, naThe Long Kine Downturn.

Dat chronische gebrek aan fatsoenlijk plat schoeisel, moet overigens ook geen pretje zijn voor mijn immer vriendelijke kinesist, wiens avondlijke honger ik waarschijnlijk elk etmaal stevig verziek, eens ik mijn poezelig zweetvoetje (sorry hoor, sweat happens, zeker na een dag journalistiek hard labeur in nepleren schoenen) tegen zijn schouderblad heb aangedrukt**. Je m'excuse, Monsieur le Kiné. Met mijn volgend maandloon koop ik zo'n luchtig paar Havaianas, ik beloof het plechtig. Echtentechtig.

xxx
Rieno

* I know shit about economics, dus als dit deel van mijn post niet klopt, en een economisch begaafdere lezer mij graag wil verbeteren, weet dan dat dit mijn repliek is: 'wha-evah'.
** FYI: dat is niet Kamasutra-positie nummer honderdelfendertig, maar gewoon een kwestie van bovenbeenspieren trainen. In case you were wondering...